10 februari 2016

Aan het woord: Miriam Korten

Miriam Korten is werkzaam bij het Parket-Generaal van het Openbaar Ministerie. Op 23 oktober 2015 is zij gepromoveerd op het onderwerp ‘Getuigenbescherming in Nederland’. Dit proefschrift heeft zij mede kunnen schrijven door een promotieplek die haar in 2011 door de Academies werd verleend. Die promotieplek werd gesubsidieerd door de secretaris-generaal ‘Vernieuwing Rijksdienst’ in het kader van het programma ‘Versterking juridische functie Rijk’.

Hierna vertelt Miriam waarover haar onderzoek gaat en wat haar bevindingen en ervaringen zijn.

 

Waarover gaat jouw proefschrift en waarom heb je voor dit onderwerp gekozen?

Mijn proefschrift gaat over de feitelijke bescherming van personen, bijvoorbeeld getuigen, die gevaar lopen als gevolg van het verlenen van medewerking aan de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De centrale onderzoeksvraag is de vraag hoe ver de zorgplicht van de overheid in het kader van getuigenbescherming reikt. Deze vraag is ingegeven door het feit dat de wetgever de uitvoering van getuigenbescherming vrijwel geheel aan de praktijk heeft overgelaten. Een duidelijk kader ontbreekt, evenals een mogelijkheid om de afspraken die het openbaar ministerie maakt met de te beschermen persoon in het kader van zijn bescherming aan een onafhankelijke toetsing te onderwerpen. Dit leidt in de praktijk – denk bijvoorbeeld aan het Amsterdamse liquidatieonderzoek ‘Passage’ – geregeld tot discussies over getuigenbescherming tijdens de behandeling van een strafzaak ter terechtzitting. 

De keuze voor dit onderwerp heeft te maken met mijn werk als jurist bij het Parket Generaal. Getuigenbescherming vormt één van mijn portefeuilles.

Wat zijn jouw belangrijkste bevindingen?

In mijn proefschrift kom ik tot de conclusie dat er een behoefte bestaat aan een begrenzing van de zorgplicht van de overheid in het kader van getuigenbescherming. Het formuleren van een gedetailleerd kader waarbinnen de uitvoering van getuigenbescherming zou moeten plaatsvinden, voert daarbij te ver. Het begrenzen van de voornoemde zorgplicht dient te worden gezocht in een overkoepelende norm die wordt ingevuld met uitgangspunten die voor iedereen gelijk zijn. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan doelbinding, een financiële begrenzing en het aanbieden van een ‘kant-en-klaar-pakket’. Daarnaast dient een wettelijke mogelijkheid te worden gecreëerd die de rechter-commissaris in staat stelt de afspraken die worden gemaakt in het kader van getuigenbescherming voorafgaand aan het onderzoek ter terechtzitting te toetsen. 

Hoe heb je het promoveren ervaren?

Het is een ontzettend leuk en leerzaam traject geweest. Kennisverbreding, informatie verwerken en een onderwerp bekijken met een onafhankelijke bril zijn slechts enkele aspecten die samenhangen met het schrijven van een proefschrift. Ook heb ik tijdens het promotietraject veel interessante mensen leren kennen.

Kun je het mensen aanraden om te publiceren naast je werk? Zo ja, heb je tips?

Ik kan het iedereen aanraden. Het is pittig, maar als het goed is, doe je er ook je voordeel mee in je werk. Kies wel een onderwerp dat samenhangt met je werk. Het mes snijdt dan vaak aan twee kanten. Dat maakt promoveren een stuk makkelijker.

Promoveren terwijl je kleine kinderen hebt, is niet altijd even makkelijk. Gelukkig was het belangrijkste deel van mijn proefschrift voltooid op het moment dat mijn oudste dochter werd geboren.