Actualiteit: Wetsevaluaties en wat zij kunnen betekenen voor wetgevingsjuristen

« terug naar overzicht

Datum
21 mei 2014

Het wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft onderzoek gedaan naar wetsevaluaties, een evaluatie van evaluaties dus. Carolien Klein Haarhuis presenteerde haar bevindingen.

Wettelijke doelen

In Nederland hebben wetten tot doel bepaalde waarden te waarborgen, zoals rechtsgelijkheid en proportionaliteit. Daarnaast hebben wetten instrumentele doelen. Om deze doelen te bereiken bevatten wetten vaak meerdere interventies, zoals verplichtingen, verboden, sancties en subsidies. Wetten hebben soms ook meerdere normadressaten waardoor ze erg complex worden. Het evalueren van dergelijke wetten is dus ook een complexe bezigheid.

Van evalueren kan je leren en dat is dan ook de belangrijkste reden waarom wetsevaluaties worden uitgevoerd. Er zijn echter nog andere belangrijke andere redenen om te evalueren. Zo is een evaluatie een manier om verantwoording af te leggen en een mogelijkheid om ‘mediapraat’ de kop in te drukken met een gedegen onderzoek. Daarnaast zijn er ook nog (verborgen) politieke doelen van wetsevaluaties: zo kan het besluitvorming vertragen of juist versnellen of het kan munitie leveren voor het debat.

Evaluaties in soorten en maten

Er zijn verschillende manieren van evalueren. Zo zijn er ex ante evaluaties die gericht zijn op de toekomst en dienst doen als beleidsvoorbereiding. Daarnaast zijn er ex post evaluaties waarin wordt gekeken hoe een beleidsinterventie heeft uitgepakt. Ook binnen de ex post evaluaties kennen we verschillende vormen. De belangrijkste daarvan zijn doelbereikingsevaluaties. Zij richten zich op de doel en de neveneffecten van een wet. Het onderzoek van het WODC richtte zich voornamelijk op dit soort wetsevaluaties. In het onderzoek zijn 150 wetsevaluaties bekeken. In deze groep is een selectie gemaakt van evaluaties die gericht waren op doelbereiking en die voldoende validatief en betrouwbaar waren. Hierdoor bleven 59 evaluaties over. Deze zijn nader bekeken.

Wanneer het gaat om de evaluatie van doelbereiking van een wet, moet onderscheid worden gemaakt tussen effectenevaluatie en effectiviteitsevaluatie. Een effectiviteitsevaluatie betekent dat er alleen sprake is van effectiviteit als is aangetoond dat de wetgeving voor het resultaat heeft gezorgd. Dit is echter bijna niet aan te tonen omdat andere factoren (de context) ook van invloed zijn geweest. Daarom gebruikt het WODC bij wetsevaluaties altijd de effectenevaluatie van Pawson en Tilley. In deze benadering worden andere invloeden niet uitgeschakeld, maar wordt de verbinding tussen de regelgeving en de uitkomsten wel aannemelijk gemaakt. 

In de evaluatiepraktijk blijkt dat veel evaluaties beschrijvingen geven van het implementatieproces en de uitkomsten van een wet. Er wordt echter weinig informatie gegeven over de mechanismen waarlangs de uitkomsten tot stand zijn gekomen. Als er bijvoorbeeld sprake is van betere kwaliteit van processen of producten, wordt niet beschreven hoe de instrumenten in de wet tot deze kwaliteitsverbetering hebben geleid. Een ander tekort in veel evaluaties is de gefragmenteerde informatie over de context. Daardoor is het moeilijk te achterhalen of een kwaliteitsverbetering daadwerkelijk is toe te schrijven aan de wetswijziging of dat dit het gevolg is van veranderingen in de context. Bovendien is het belangrijk aandacht te besteden aan de context omdat dit verschil kan maken voor de naleving of kwaliteitsverbetering tussen verschillende organisaties en instellingen. Bij grote gemeenten, instellingen en bedrijven is vaak meer capaciteit en know how, zij doen het daarom vaak beter op dit vlak.

Aanbevelingen

Uit het onderzoek volgen de volgende aanbevelingen voor wetgevingsjuristen: houdt bij het maken en evalueren van wetgeving rekening met de context en doe ook ex ante onderzoek. Een moeilijk te beantwoorden vraag die tijdens de discussie onbeantwoord bleef, is: in hoeverre kan een wetgevingsjurist rekening houden met mensen als sociaal economische wezens, die niet altijd rationele keuzes maken, terwijl de wet juist een ordende functie moet hebben? Een goede vraag voor een volgend WODC-onderzoek?

Presentatie downloaden

 

Deze bijeenkomst is georganiseerd i.s.m. het Kenniscentrum Wetgeving en Juridische Zaken.